KANTELPUNTEN; HOE MANNEN ANDERS KUNNEN OMGAAN MET DUURZAAMHEID
Een essay met enige noties, overwegingen en aanzet tot discussie. update 18/8/’21
Duurzaamnieuws.nl (Internetwork for Sustainability) vroeg mij om in een reeks ‘maatschappelijke kantelpunten inzake duurzaamheid en klimaat’ de discussie te belichten vanuit het thema ‘Mannelijkheid’ en plaatste de tekst op 19 juni. Hieronder een uitvoeriger tekst met voetnoten en enige literatuur. Deze tekst bewerk ik af en toe met nadere precisering en uitwerkingen en is in die zin een levende tekst. Reacties zijn welkom.
Gaan we bij de pakken neerzitten na het recente IPCC-rapport? Of gaan we openingen zoeken voor veranderingen. In dat kader buig ik me over de vraag: is er een apart (hetero-)mannelijk perspectief op duurzaamheid en klimaat? Zijn er oplopende spanningen en ‘tipping points’ waarna meer mannen zich hierom gaan bekommeren? Niet vanzelf.
Vanuit evolutie én opvoeding & socialisatie spelen er zaken waarop men kan inspelen als we meer mannen willen betrekken. Natuurlijk is geen man hetzelfde en dergelijke vragen kan men ook stellen over vrouwen met wellicht soms andere antwoorden. In dit essay over duurzaamheid vanuit een mannelijk perspectief wijs ik op tegenstrijdige tendensen en discussiepunten en doe ik enige aanbevelingen.
Gedrag en de identiteit van mannen en vrouwen liggen niet vast maar zijn diep verweven met de manier waarop wij in de huidige markteconomie zijn gaan samenleven, produceren, consumeren en zo onze plek innemen, als partners, werknemers, verzorgers, zzp’ers, directeuren of (aandelen-)bezitters.
De weg naar een duurzame samenleving vertrekt uit bestaande posities, rolverdeling en zelfbeeld van mannen en vrouwen. Dit alles verandert; het oude vliegwiel draait nog wel door, maar nu het patriarchaat minder dominant wordt kan iedereen zijn/haar mannelijkheid of vrouwelijkheid steeds vrijer zelf invullen. Komen wij verder als we klimaatkwesties ook via sekse en gender benaderen of maakt dat e.e.a. onnodig ingewikkelder?
Het thema ‘masculinities[1] & climate change’ is vrij recent. Acties tegen klimaatverandering en voor een duurzame toekomst, worden vooral ook door jongeren steeds meer in één adem genoemd met acties tegen seksueel geweld en voor gendergelijkheid, voorbíj genderpolarisatie, sociaaleconomische ongelijkheden, discriminatie naar kleur of ‘ras’ en politieke verschillen. Wereldwijde organisaties als MenEngage roepen op een eind te maken aan genderongelijkheid, hebben ervaring met het aanspreken van jongens en man-nen en vragen nu om te werken aan een duurzame toekomst. Duurzaamheid en klimaatbeleid vragen om samenwerking en zal rechtvaardig beleid zijn of niet zijn…[2]. Loslaten van traditionele beelden van mannelijkheid kan bijdragen tot een kantelpunt.
Wat hebben mannen met duurzaamheid?
Velen nog weinig. Hun auto, vliegvakantie, consumptie, uiterlijk vertoon en hun weerstand dat te veran-deren zijn diep geworteld in hun plek in de huidige markteconomie en de verdeling van taken en rollen over betaald werk en thuis; het patriarchaat is nog geen verleden tijd. Zou het kunnen zijn dat sommige mannen zich in hun achterhoofd nog laten leiden door archetypen? Macht over je omgeving, veel geld en bezit, krachtdadig optreden, hard werken, ambitie, carrière, concurrentie, de blik gericht op doel, output en product, en een partner vinden die hen daarin bewondert. Deze mannen hebben wellicht minder oog voor de gevolgen van hun inspanningen en gedrag voor anderen, het milieu en de sociale samenhang.
Deze archetypen staan natuurlijk op gespannen voet met de feitelijke werkelijkheid en veel (jonge) mannen passen niet in dit plaatje. Weinigen slagen er in dat beeld van ‘de succesvolle man’ neer te zetten en daar-mee gelukkig te worden, of hooguit deels en tijdelijk – de nadelen worden verzwegen – maar die beelden oefenen wel grote invloed uit, o.a. via reclames. Eeuwenlang werden mannen thuis verzorgd om hun taken elders uit te voeren. Zij bekommerden zich niet om de uitlaat maar wel om de weg voor zich. De vuile was en wc’s schoonmaken zaten niet in hun repertoire; dat socialiseerde hen ook niet in verantwoordelijkheid en zorg voor de gevolgen van hun daden op lange termijn. Hun weerstand komt deels voort uit de manier waarop zij zijn gesocialiseerd en is dus veranderbaar. Steeds meer jonge mannen slaan andere wegen in.
Wat hebben mannen nodig om hun bijdrage te kunnen leveren? Hoe bereiken we jonge mannen?
Allereerst contáct! Praat niet over, maar mét hen over hun positie, idealen, vraagstukken en dilemma’s, met voor hén relevante informatie. Begin niet meteen over wat er allemaal niet deugt, maar wees mét hen nieuwsgierig, vraag naar hun ervaringen met duurzaamheid, hun oplossingen. Sta open en verwonder je met hen over wat zíj kunnen bijdragen en hoe zij hun eigen verantwoordelijkheid concreet kunnen invul-len. Velen zoeken een bestaan met betekenis. Dat kunnen zij vinden door hun kwaliteiten toegewijd in te zetten in duurzame wijzen van produceren en consumeren mét uitzicht op inkomen, zekerheid, en vol-doening. Dat brengt ook een verdere herverdeling van werk, verzorging en opvoeding in beeld.
Historie
Historisch gezien staat ‘mannelijkheid’ zeker niet tegenover duurzaamheid. Toen wij van nomaden, jagers en verzamelaars landbouwers werden, ontstond rond bezit het patriarchaat maar ook interesse in het goed verzorgen van eigen erf en grond, vgl. kringlooplandbouw in de middeleeuwen (omslagstelsel). Het patriarchaat, waarin mannen gingen heersen over vrouwen en hun seksualiteit, is niet van nature maar zette zo’n 5000 jaar geleden in toen we ophielden met jagen & verzamelen en boeren & boerinnen werden[3].
Uit de met landbouw ontstane reserves en overvloed ontstond handel, kwamen steden op en ontstond uit-eindelijk in ‘het westen’ een kapitalistische geld- en markteconomie waarin productiemiddelen vérgaand zijn ontwikkeld. Aanzien en succes waren bij mannen altijd al belangrijke drijfveren, maar werden in groepsverbanden soms gematigd; het mocht niet ten koste van de groep of stam gaan.
Met het kapitalisme kwam er meer nadruk op geld, individuele macht en controle en raakte de behoefte aan erkenning (aanzien) vervormd. De ideologie zegt dat zo de beste initiatieven en producten het winnen; de praktijk maakt echter duidelijk dat elkaar te slim af zijn, de pas afsnijden, strijd om octrooien e.d., mensen uit elkaar drijft en samenwerking, vriendschap en intimiteit verhindert. De kansen op overleving en consumptiemogelijkheden namen wel massaal toe, maar hand in hand met ongelijkheid, vervreemding en uitbuiting. Concurrentie en winst op korte termijn werden de drijvende krachten met afwenteling van negatieve effecten, nu en later, op ‘anderen’ met minder macht. De gevolgen voor het milieu raakten buiten beeld, taken van mannen en vrouwen raakten steeds meer gescheiden, mannen bleven dominant en vervreemdden van de natuur. De kapitalistische eigendoms- en zeggenschapsverhoudingen, wijze van produceren en afzet van goederen, gaven een specifieke invulling aan het patriarchaat, organiseerden op eigen wijze ook de energie van mannen en vrouwen en scheidden die in betaalde en onbetaalde (reproduc-tieve) arbeid. Veel mannen laten zich in hun gedrag leiden via loon, carrière en streven naar winst op korte termijn, en zo stuurt en beperkt de ‘invisible hand'[4] veel mannen (en vrouwen op hun manier) aan in hun keuzes, maar de verkwistende markteconomie heeft nu zijn eigen hand overspeeld, brengt het milieu, ons voortbestaan zelf, in gevaar en tast steeds meer ook de samenleving aan.
Gelukkig loopt het patriarchaat her en der op zijn einde, of is het ook haar einde? Vrouwen nestelden zich immers ook, vaak gedwongen, soms vrijwillig, in die ongelijke sekseverhoudingen, werden ondergewaar-deerd en -gestimuleerd, zochten een sterke en/of rijke man, pikten zijn gedrag of konden zich niet verzet-ten en zo ging het patriarchale vliegwiel verder. Laten we dat einde een handje helpen en dan komt beteu-geling van de markt en duurzaamheid mogelijk ook bij mannen meer in beeld.
Excurs 1: Wisselwerking tussen aanleg en omgeving. Sekse, gender en het debat over emancipatie. Mannelijkheid gaat deels over sekse: XX of XY. Genetische aanleg neemt diverse vormen aan, leidt tot een deels eigen neurobiologische ontwikkeling en houdt nog vele mogelijkheden of beloften in. Aanleg (o.a.sekse) beïn-vloedt allerlei gedrag in denken, communicatie, seksualiteit, ambitie, prestaties, enz. maar is niet allesbepalend en komt tot uiting in wisselwerking met de omgeving, is dus ook voor een goed deel bewerkbaar: ieder staat voor de keuze wat hij/zij zelf met zijn/haar eigen aanleg, karakter of neigingen doet en die bewerkt. Erkenning hiervan en hierop inspelen werkt beter dan veroordelen. Dat roept immers vooral afweer op.
Het gaat dus ook over gender: de invulling die ánderen, ‘de maatschappij’, aan mannelijkheid geven (ouders, beroepscultuur, de ‘relatiemarkt’, modebeelden) en die mannen ook zélf invullen. Je kunt zeggen dat gender hun identiteit betreft, die ook in gedrag en in keuzes tot uiting komt. Identiteit heeft een vaste kern (vgl. Erikson) maar is ook dynamisch, verandert voortdurend. Zonder enig gevoel van identiteit loop je vast of verloren, maar te grote nadruk isoleert mensen van elkaar zoals we in de huidige individualiserende maatschappij of samenleving zien. (Vormen wij samen een maatschap of leven wij samen?).
Gender gaat niet alleen over seksualiteit en al wat daarmee samenhangt, maar óók over hoezeer mannen al dan niet vasthouden aan dominante aangetroffen en gesocialiseerde rollen en beelden, óf over hoe jongens en man-nen zich juist daarvan vrij maken en zelf nieuwe betekenis zoeken. Dat gaat niet vanzelf, maar er is meer ruimte voor, zeker hier in de westerse technisch hoogontwikkelde en geglobaliseerde wereld. Die ruimte ontstaat ook omdat vrouwen hun opties vergroten, hun ruimte opeisen en taken of lasten op zich nemen die voorheen alleen mannen uitvoerden. Intussen wordt de druk op werk en de onderlinge concurrentie overigens wel groter: een masculiene concurrerende cultuur waaraan sommige jonge vrouwen zich nog pogen aan te passen helpt ons niet verder en vervreemdt ons eerder van elkaar dan dat zij ons stimuleert er samen de schouders onder te zetten.
Vrouwen zochten in hun evolutie, o.a. qua seksualiteit en voortplanting, naar veiligheid. ‘Met een kind in je buik kijk je toch anders naar de toekomst’. Bij jongens en jonge mannen komen in de prefrontale cortex zaken als empathie, reflectie, zicht op termijneffecten van eigen keuzes en anticipatie tot ontwikkeling, maar meestal trager dan bij jonge vrouwen, en dan vooral door actie, letterlijk iets mee maken. Worden die facetten niet gestimuleerd dan kunnen ze onderontwikkeld blijven. Traditioneel damden volwassen man-nen onstuimigheid bij jongens in. Zij initieerden hen en wezen hen op hun verantwoordelijkheden.
De huidige nadruk op ‘jong!’ maar ook korte termijn strategieën van bedrijven en beleggers (flitskapitaal, kwartaalwinsten) tasten deze remming aan en belonen onvolwassen, onrijp gedrag. Opvoeding, socialisa-tie en werk in de markteconomie versterken nu bij veel mannen aanwezige neigingen die hun rol richting duurzame economie beïnvloeden: direct dóen zonder veel reflectie, technologische oplossingen, concur-rentie, autonomie en controle over de omgeving plus drang naar aanzien en respect door getoond bezit, zowel onderling als op de ‘relatie-markt’. Dit alles kán leiden tot in bezitsdrang en hebzucht maar dat hoeft niet. Brede opvoeding, goed onderwijs, cognitief maar ook qua zelfmanagement en sociale vaardig-heden, kan bij mannen de talige expressie, reflectie, empathie, anticipatie, communicatie en samenwer-king stimuleren.
Mannen en vrouwen reageren vaak anders op gevaar. Zoeken vrouwen van oudsher meer samenwerking en veiligheid, mannen trainen hun grip, reactievermogen en vaardigheden vaker met riskant gedrag, verkrijgen zo zelfvertrouwen en aanzien en gaan eerder de strijd aan, met organisatie en taakverdeling. Dit leidt al gauw tot hiërarchieën met zwakkere reflectie, onderlinge feedback en met veel fouten. Daar wordt mogelijk van geleerd, trial-and-error is een sterk gegeven, maar veel grote en erg schadelijke fouten zijn vermijdbaar, en als we van onze fouten niet leren zijn ze voor niets geweest…. De behoefte gevaren te lijf te gaan kunnen mannen natuurlijk ook inzetten om samen klimaatgevaren aan te pakken. Uitdagingen in techniek en materie naar ‘meer, sterker en sneller’, kunnen zij ook kwijt in schoner en meer circulair pro-duceren. Opruimen, recycling, waterstoftechnologie, kringloop(land)bouw, schone luchtvaart, opslag of vervoer van energie e.d. zijn nieuwe bronnen van betekenis en aanzien. ‘Eco-winst’ in plaats van financië-le winst geeft andere uitzichten, zeker nu we een echte omslag teweeg moeten brengen;. De tijd dringt.
Er zijn cruciale ontwikkelingen:
1. De gevolgen van een verkwistende economie worden op steeds meer terreinen zichtbaar en steeds meer mensen voelen zich betrokken. Steeds meer jongeren komen op voor hún toekomst.
2. De aard en het perspectief van betaald werk veranderen voor veel mannen: de praktijk van levens-lange vaste aanstellingen, vakbonden, loyaal aan je werk en solidair met collega’s, verschuift naar flexibel, individueel en onzeker werk met voortdurende technologische veranderingen, overal concurrentie en in grote lijnen minder eigen zeggenschap. Velen raken zo elkaar en hun oude houvast kwijt, sommigen raken uit balans, radicaliseren naar rechts. Anderen ervaren de bestaande ‘mannen-codes’ echter als knellend en voelen de veranderingen als bevrijdend. Meer jonge mannen zoeken hun heil buiten instant succes en de bestaande ratrace op de arbeidsmarkt en beginnen iets voor zichzelf of met een klein gezelschap.
3. (Jonge) Vrouwen doen het steeds beter in het onderwijs, grijpen steeds meer hun kansen, mét risico op burn-out, maar de taak- en rolverdeling tussen mannen en vrouwen verandert ingrijpend.
4. Veel jongens en jonge mannen doen het minder goed in het onderwijs, missen de aansluiting op de arbeidsmarkt, hebben slechts een vaag toekomstbeeld en leven sterk in het hier en nu. Redenen te meer om met hen naar nieuwe perspectieven te zoeken.
Wat te doen?
Zijn hier kantelpunten aan te wijzen t.a.v. mannen en hun kijk & handelen inzake duurzaamheid? Vrouwen zijn volgens sommige studies gevoeliger voor klimaat en milieu, maar qua milieu, eco-nomie en politiek gaan de ontwikkelingen soms verrassend snel en zij drukken niet alleen ook mannen met de neus op de feiten maar maken óók nieuwe perspectieven zichtbaar.
Met de corona pandemie waren mannen meer thuis. Dit leidde niet overal direct tot een herverdeling van taken, al ligt dat wel steeds meer voor de hand. De last van hard werken en inkomen lag eerst vooral bij mannen maar wordt steeds meer gedeeld. Dat kán leiden tot meer ontspannen relaties, al houden veel mannen nog vast aan, of verlangen nostalgisch terug naar oude beelden of gedrag en weren zij informatie af die die bestaanswijze ondergraaft. Enige media en partijen steunen hun weerstand tegen het ‘afpakken’ van hun levensstijl. Sommige mannen gaan verbaal wel mee maar praktiseren dit nauwelijks en houden een korte termijn blik als er geen wenkend perspectief is.
Tegelijk zien we dat meer mannen, vooral vaders, liever minder willen werken als dat niet té veel kost en hun carrièrekansen vermindert. Wat het ópbrengt om meer ontspannen te werken en minder te consume-ren komt in de media nog niet erg in beeld. Verder, groter en meer: de energie slurpende groeieconomie is nog dominant. Wát er dan moet groeien en wat niet, blijft vaag.
Gelukkig houden steeds meer mannen zich wel met duurzaamheid bezig, in Nederland en m.n. ook inter-nationaal (zie MenEngage). Naarmate mannen hun vaderschap serieuzer nemen en ook deelnemen aan opvoeding en verzorging, komt ook voor hen de toekomst van hun kinderen meer en vooral concreter in beeld. Er zijn veel mannen in milieubewegingen, jonge ondernemers in niches, mannen in bedrijven die verder vooruitkijken en leiders die het milieu van belang vinden.
Ongemak
Praten met mannen over ‘mannelijkheid’ leidt vaak tot opscheppen of ongemak: menig man dekt zich in en is op zijn hoede. Of het nu gaat om hun consumptiegedrag of over man/vrouw-verhoudingen: vage en ongearticuleerde schaamte en schuldgevoelens maken hen kwetsbaar en dát willen mannen liefst vermij-den, kwetsbaarheid staat immers haaks op het traditionele beeld van ‘mannelijkheid‘. De oude voordelen en houvast waren weliswaar ook vaak schijn, beklemmend en belastend, maar loslaten maakt onzeker. Vragen als “Wat nu? Wat dan? Wat mag ik nog wel” kunnen wellicht worden omgebogen naar “Waar en hoe kan ik mijn nieuwsgierigheid en krachten inzetten?”.
Debatten over emancipatie en gender gaan nu nog vooral over vrouwen en LHBTIQ+ mensen die zich terecht verzetten tegen discriminatie en ongelijkheid. Gaat het over ‘mannelijkheid’ dan staan aanklacht en verzet tegen de hetero mannelijke dominantie, nu en de afgelopen eeuwen, centraal. Onderbelicht blijft hoe ‘mannelijkheid’ er uit ziet zonder die dominantie en dwingende maar ook belastende mannelijkheids-codes, zonder afgebakende formats of verwachtingen en met een meer open ontwikkeling. Zonder man-nen redden we het niet, sterker nog: zonder uitdagend perspectief leidt dit tot zelfverwijt zonder uitgang, tot wrok, verzet, afsluiting of destructie. Partij voor de Vrijheid en met name Forum voor ‘Demokratie’ spinnen hier garen bij. Vooral Baudet tamboereert graag op de trom van verloren gegane mannelijkheid.
Hamsters in de tredmolen of een duurzame samenleving?
Velen moeten hard werken om de kop boven het water te houden. Veel mannen en steeds meer vrouwen maken carrière om zo hun talenten te gebruiken en meer grip te krijgen op hun arbeidsomstandigheden en inkomen. Soms werkt dat, maar het gaat nogal eens ten koste van hun relatie, hun kinderen en het milieu. Het kan verworden tot ‘hard werken om met de opbrengst van dat harde werken de spullen te kunnen kopen die moeten compenseren voor de effecten van dat harde werken’. Hamsters in de tredmolen? Hoeveel is eigenlijk nodig om een gevoel van veiligheid en controle te hebben? Rupsje-nooit-genoeg is de beschermheilige van de aanbodeconomie en afzetmarkt. Reclames spelen daar gretig op in.
Wij moeten de aarde duurzamer gaan bewonen, voorzien in eten en verdere consumptie, het is niet anders en dan kunnen we beter onze taken opnieuw bezien en herverdelen. Zonder strijd gaat dat niet, maar kunnen we die beperken, kan dat zonder geweld? Zonder elkaar voortdurend te slim af te zijn (het principe van de vrije markt) en te verdienen aan de uitbuiting van anderen? Wat kunnen we samen delen? Dát hangt nauw samen met de zelfopvatting van mannen en vrouwen en hun rolverdeling, thuis en in die productie en consumptie. Bewegen mannen mee of houden zij vast aan het bestaande, al is dat in een nieuw jasje? Wat willen zij zelf? Waarom zijn zíj gebaat bij andere verhoudingen? Waar knellen bestaande beelden en codes? Nu houden veel mannen nog vast aan gebruikelijke beelden van wat zij moeten hebben, wie zij zijn, hoe zij zijn of zouden moeten zijn. Op weg naar een duurzame samenleving stuiten we op taaie tegenstand, denk aan dure auto van de zaak, veel vliegen, 130 km/u, grote huizen, 2e huizen, via aandelen geld verdienen met geld, zonder te zien waar dat geld vandaan komt en wie ervoor heeft gewerkt.
Anders kijken toont ook verrassende nieuwe perspectieven: meer ruimte, minder eisen en burn-out, min-der eenzaam, minder behoefte aan uiterlijk vertoon, minder kans op áfgaan, meer samenwerking en intimiteit, meer talenten aan bod, betekenis en een zinvol bestaan.
Door de flexibilisering van de arbeid, weinig zekerheden, geen vaste aanstelling, geen hypotheek en de gevolgen van de coronacrisis valt het jongeren steeds moeilijker het geschetste traditionele beeld te realiseren. De vraag is al vaak gesteld: gaan we terug naar voorheen, of zoeken we nieuwe uitwegen waarin mannen en vrouwen samen zoeken naar goed leven in een duurzame samenleving?
Excurs 2: De woningmarkt Hier komt een kantelpunt in zicht: boven de sociale huurgrens zijn woningen steeds minder bereikbaar en daaronder moet je erg lang wachten. Een hypotheek vraagt om een vaste aanstelling en die worden schaarser. Vrije huren raken ook buiten beeld. De vraag is nu of 10 jaar lang 80.000 eengezinswoningen of een-persoonsappartementen bouwen wel de oplossing is. Deze vetpot voor investeerders kost veel geld dat verdiend moet worden. Wie kan dat, welke keuzes moet je daarvoor maken? Het kost veel ruimte, vaak ten koste van natuur en leidt tot veel CO2 en stikstofuitstoot. Woningcoöperaties, woongroepen met voor ieder eigen privé-ruimtes, zijn per persoon goedkoper, je kunt daarin veel zaken delen, relativeert eigen bezit en het maakt minder eenzaam[5].
Perspectief voor mannen
Sommige mannen hebben tegenwoordig een wat cynische, sarcastische of depressieve grondtoon, voelen zich snel aangevallen, ontwikkelen wrok en zijn gemakkelijk doelwit voor populisten die zich op hun onderbuikgevoelens richten. Anderen uiten zich politiek correct maar onzeker over de laatste ‘aanwijzin-gen’. Met een laag zelfbeeld lijken zij op het kompas van anderen te varen in plaats van krachtig en zelf-bewust. Tegelijk zijn veel mannen eenzijdig overbelast met alle gevolgen van dien: onderlinge strijd i.p.v. samenwerking, soms geweld, ziekte, burn-out, slechte huwelijken, weinig contact met hun kinderen en onvrede aan het eind van hun loopbaan. Blij? Trots? Dat kun je je afvragen.
De soms hoge toon van emancipatiedebatten, aanklachten, verwijten en alarmistische berichtgeving over het klimaat, bedoeld om mensen in beweging te krijgen, ontnemen soms het zicht op de eigen dilemma’s, mogelijkheden en bijdragen van mensen, mannen in dit geval, en motiveert hen niet, integendeel. Velen schieten in afweer en ontkenning. Het maakt depressief, mogelijk destructief, tenzij je wéét wat je kunt doen, liefst concreet. Aantasting van de bestaande wijzen van produceren en consumeren grijpt diep in het zelfbeeld van veel mannen in: hun gevoel van controle en betekenis, zingeving, hun bijdrage aan het huis-houdelijk budget, hun positie en beeld op de relatiemarkt, hun tevredenheid, hun zelfmanifestatie. Elke praktijk en elk beleid gericht op het meer betrekken van mannen een bij duurzame samenleving doet er goed aan hier acht op slaan en hierop inspelen. Verwijt zonder duidelijk en aanlokkelijk toekomstper-spectief werkt niet of zelfs averechts.
Natuurlijk maken veel mannen zich zorgen over waar het met hen en hun gezin heen moet. Niet alleen vrouwen leiden onder het patriarchaat, veel mannen op een andere manier evenzeer, maar zij verwoorden dat nauwelijks, krijgen er daardoor minder grip op, sluiten daar de ogen voor, vaak uit schaamte, schuld-gevoel of omdat zij zich als ‘man’ voelen falen. Door hierover te zwijgen, hard te werken (als zij een baan kunnen vinden) en te consumeren proberen zij hun onvrede de baas te blijven of te compenseren maar dat lost meestal natuurlijk niets op.
Wat hebben vaders en andere mannen aan hun zoons, de volgende generatie jonge mannen, te bieden? Welke voorbeelden geven zij? Als vaders zich intensief bekommeren om hun kinderen, blijken hun dochters met wat meer lef de wereld in te gaan en nemen hun zoons minder risico, vertonen minder destructief gedrag en – dat is opmerkelijk! – ontwikkelen jongens vroeger hun taal, en daarmee ook communicatie en zelfreflectie op hun plek in deze wereld. Vaders willen dat hun kinderen het beter hebben dan zij in hun verleden; de discussie is: in welk opzicht?
Excurs 3: De kansenongelijkheid van jonge mannen. Vooral in buitenwijken van grote steden groeien grote groepen jonge mannen op (vaak van kleur) zonder actief betrokken vader met alle gevolgen van dien. Hoe hun moeders ook hun best doen, zij switchen via de straatcultuur vrij snel van kindertijd naar een soort semi-volwas-senheid waar zij hun veiligheid vinden in wapens en zich tooien met blingbling, in plaats van zich te ontwikkelen en via hun werk bij te dragen aan de wereld, hun wereld, onze wereld. Zij zien geen ander toekomstperspectief dan zich aan te sluiten bij criminele groepen met de ijdele kans ooit ‘boss’ te worden. Deze dynamiek zie je bij meisjes en jonge vrouwen niet, sommigen worden eerder prostituee, zelden uit trots. Om deze jonge mannen te bereiken voor een duurzame toekomst moeten we ook hen bereiken en inzetten bij duurzame projecten, hoe klein ook, die erkenning, betékenis en respect opleveren.
Zo is er veel meer. Mannen en vrouwen staan deels voor verschillende opgaven: vrouwen treden met wat lef meer naar buiten en komen op voor hun kwaliteiten en belangen, en mannen gaan zich meer realiseren wat de gevolgen van hun handelingen zijn, zijdelings en op langere termijn, zeg maar de volgende genera-ties; zij kunnen hun zelfmanagement meer op orde brengen: beter impulsbeheer, hun energie in goede banen leiden, empathie met anderen, eerst denken en dan doen, communicatie, samenwerken, etc. Dat helpt de samenleving met kantelen, mits we daar wat aan dóen. Alleen bespiegelen helpt niet.
Toegift: Standpuntologie? Over de discussie.
In discussies over identiteit, gender, klimaat en duurzaamheid worden veel standpunten ingenomen en verketteren velen elkaar. Ik snap dat het in deze crisisachtige tijden met alarmistische berichtgeving van belang is om je eigen positie en kompaskoers te bepalen om zo je roer recht te kunnen houden. En het is ook erg bevredigend ‘het gelijk’ aan je zijde te hebben. Het koesteren van eigen gelijk schept echter ge-makkelijk afstand, anderen voelen zich aangetast, soms vernederd en dat alles brengt ons niet veel verder.
Discussies over identiteit en gender zijn tamelijk fluïde, discussies over klimaat en duurzaamheid zijn harder, feitelijker en betreffen urgente zaken. We zullen samen iets moeten dóen en ons daartoe organi-seren; in standpunten kun je immers niet wonen. Op ieder met enig inzicht in de klimaatvraagstukken rust m.i. de plicht niet alleen te infomeren over dreigingen maar ook om openingen te zoeken, kantelpunten in de psychologie van mensen, mannen en vrouwen, om andere wegen in te slaan. Zie ook How to turn climate anxiety into action (Renée Lertzman | TEDWomen 2019)
Heb ik gelijk in voorgaand stuk? Wie zal het zeggen. Ik mis wellicht feiten, neem ook standpunten in, maar sta open voor discussie. De combinatie sekse/gender/emancipatie enerzijds en klimaat/duurzaamheid anderzijds kwam ik in Nederland nog niet veel tegen. Mogen anderen mijn stuk aanvullen, corrigeren; dáár is het voor geschreven. Als het maar tot constructieve inzichten en activiteiten leidt. Het rode potlood heb ik al genoeg gezien.
Concrete voorbeelden van actie:
- Ga vóór alles met (jonge) mannen het gesprek aan over hún situatie, hún motieven en hún vragen.
- Geef (jonge) mannen informatie, niet moraliserend maar uitnodigend.
- Stem onderwijs beter af op de ontwikkeling van jongens, met van meet af aan meer aandacht voor zelfmanagement en reflectie op hún maat, zover als zij zijn [6],over gevolgen van gedrag, bijvoorbeeld t.a.v. klimaat en duurzaamheid.
- Noem bedreigingen, gevaren en wat je concreet samen kunt doen, maar vermijdt alarmisme dat onmachtig maakt. Iedereen kan altijd wel íets doen en wie weet wat daar weer uit volgt.
- Toon respect voor ieders eigen waarde, voor leven, voor de natuur; laat die waarden zien, ‘walk the talk’. Benader andere mensen als creatieve wezens en mogelijke bron van oplossingen naar een circulaire economie in plaats van als tegenstanders of concurrenten.
- Betrek mannen bij duurzaamheidsinitiatieven: wat kunnen zij dóen? Sluit aan op de neiging van veel man-nen naar trial & error, concrete oplossingen en uitvinden. Vráág hen wat zij denken samen te kunnen bij-dragen in plaats van hen hun gedrag te verwijten. Daarna valt te bespreken of dit wel de goede oplossingen zijn en er misschien ook alternatieven zijn. De elementaire beweging is hier ‘ju’ (meegeven) en ‘do’ (reage-ren). Samen kun je meer dan alleen.
- Vakbonden kunnen meer eisen stellen op het gebied van circulaire economie, gepaard gaande aan meer eisen op het gebied van herverdeling van werk en zorgtaken.
- Organiseer vaderschapscursussen (verzorging en opvoeding)
En oplossingen in grote lijnen:
- Versneld verhogen van de belasting op uitstoot van CO2 en Stikstof, op landbouwgif, op niet recyclebaar materiaal, en
- Met de opbrengst stimuleren van zonne-energie, waterstofproductie, strokenlandbouw, diversificatie van de natuur.
- Beteugeling van de markteconomie
- Grond uit handen van privékapitaal.
- Basisinkomen met verdeling van noodzakelijk werk over allen naar vermogen.
- Belasting op flitskapitaal
- Rem op geld verdienen met geld, introductie van het begrip ‘eco-winst’ als maatstaf voor succes
- en voor nog veel meer: zie duurzaamnieuws.nl
Lauk Woltring, gedragsdeskundige. Bureau ‘Werken met jongens’
Verder lezen:
– Margreet Fogteloo en Karlijn Saris, ‘Opstand der giftige mannen’ in de Groene Amsterdammer dd 02.10.2020
– Biglon, Anthony (e.a.) ‘The evolution of boys and men in the modern era: an evolutionary mismatch’ in Development and Psychopathology (2019) 31, 1789-1799 (Cambridge Press) over o.a. het werk van Tom Dishion.
– De Bruykere, Pedro, Caspar Hulshof en Paul Kirschner, Jongens zijn slimmer dan meisjes. 35 mythes over leren en onderwijs. LannooCampus 2016
– Huygen, Maarten, Het nut van de man Atlas Contact 2021.
– MenEngage Alliance, Working with men and boys for gender equality (menengage.org) MenEngage Ubuntu Symposium, special sessions on environment. Closing event 22 june 2021 (World wide symposium online)
– Pulé, Paul & Martin Hultman Men, Masculities and earth: contending with the (m)Anthropocene.
– Vandermassen, Griet, Dames voor Darwin. Over feminisme en evolutietheorie (Houtekiet 2019),
zie ook https://humanistischverbond.be/blog/227/de-evolutionaire-oorsprong-van-het-patriarchaat/
– Woltring, Lauk, www.laukwoltring.nl: diverse eigen boeken (o.a. De ontwikkeling van Jongens in het onderwijs), publicaties en literatuurverwijzingen met een voor mannen sekse én gender sensitieve benadering.
Noten:
[1] 1. Steeds in meervoud. Mannelijkheid neemt vele vormen aan naar karakter, voorkeur, kleur en positie.
[2] 2. Denk aan het verzet van de gele hesjes – mannen en vrouwen – in Frankrijk tegen milieumaatregelen die sommigen extra treffen (stagnerende koopkracht, stijgende brandstofprijzen, CO2 belasting Macron).
[3] 3. Zie o.a. Griet Vandermassen in Dames voor Darwin. Over feminisme en evolutietheorie (2019) of https://humanistischverbond.be/blog/227/de-evolutionaire-oorsprong-van-het-patriarchaat/’
[4] 4. Het sprookje van het zelfregulerende effect van een markt waar iedereen slechts eigenbelang na-streeft, maar daarmee collectief welvaart weet te creëren (Adam Smith, The wealth of Nations 1776) later verder vervormd door Ain Rand met de leus ‘Greed is good’ (Atlas Shrugged, 1957) waarin de opstand van ondernemers tegen het collectivisme in de VS (waar dat collectivisme nooit een voet aan de grond kreeg) centraal stond.
[5] 5. Een aardig voorbeeld is Steenvlinder INC met klus-huur-koopwoningen waarin mensen (vaak samen) zelf oude bedrijfspanden opknappen en na een tijd huren tegen vooraf vastgestelde prijs kunnen kopen.
[6] 6. Bijvoorbeeld: niet (traditioneel): “Pas op dat je niet..”, “Kijk nou wat je doet!”, maar: “Wat doe je? Hoe zou dat uitpakken…, voor jou, voor anderen? En dan?”. Wees nieuwsgierig, verwonderend, geef wellicht wat extra informatie en steun dán.