Search

Lauk Woltring

Print Friendly, PDF & Email

Van Belastingen naar Bijdragen Gedeelde Belangen (BGB)?
Bouwstenen voor een fundamentele discussie over financiering van het gemeenschappelijke.

Waar mogelijk kunnen we, ook in de wetgeving, de term ‘belastingen’ beter vervangen door het begrip ‘Bijdragen gemeenschappelijke belangen’, en de term ‘heffingen’ op die negatieve zaken die we willen bijsturen en als vanouds subsidies voor wat we willen stimuleren. (En ‘we’ staat hier voor een democratisch besluit).

Waarom?

Belastingen zijn scheef verdeeld, bijv. over arbeid of kapitaal en vermogen. De fiscus hapt naar adem en controle wordt steeds moeilijker door vérgaande detaillering. Veel belasting wordt ontdoken, vermeden of niet geïnd en het draagvlak voor belastingen wordt minder. Er is sprake van tekortkomingen bij verouderde ICT, personeelstekort bij belastinginning, -teruggave & inspectie. En men kan politieke besluiten kennelijk niet adequaat doorvoeren. we hebben een meer fundamentele herziening en vereenvoudiging van het stelsel nodig. Het gaat om het publieke of gemeenschappelijk belang en de financiering daarvan.

Hoe we e.e.a. benoemen maakt de discussies daarover niet alleen duidelijker en eerlijker maar leidt ook tot meer draagvlak. Laten we beginnen meer helderheid te verschaffen door andere woorden te gebruiken. Vervang de term ‘belastingen’ door ‘bijdragen gedeelde belangen’ (De ‘BGB’ kan net zo ingeburgerd raken als de BTW). (Een prijsvraag voor een betere term?).
Laten we de term heffingen consequent gebruiken voor zaken die we liever willen ontmoedigen of die extra kosten voor de gemeenschap opleveren (bijvoorbeeld bij aantasting klimaat, milieu, overlast, schade of oneigenlijk voordeel). De ‘Belastingdienst’ wordt dan ‘Dienst Bijdragen Gedeelde Belangen en Heffingen’, kortweg Dienst Bijdragen en Heffingen. Dat sluit beter aan op de beleving, behoefte aan meer gemeenschap en ontmoedigen van wat we niet willen.
Subsidies worden verstrekt door ministeries die op hun terrein iets willen ondersteunen of aanmoedigen, zolang als dat nodig is.

Discussie over belastingen is vaag, lastig en alleen al door de complexiteit belastend en is in handen van specialisten. Het gaat over een half procentje hier, een procentje daar, geschuif achter de schermen met ontheffingen en ‘regelingen’. Menigeen probeert zich aan belastingen te onttrekken, grote bedrijven het meest, en er zijn weer hele bedrijfstakken die zich bezighouden met ontwijking, ontduiking en/of met lobby’s voor belastingvermindering. Met termen als bijvoorbeeld ‘vermogensbeheer’ of ‘trust’ wordt de perverse kunst van belastingontwijking gelegitimeerd. Parlementaire discussies over verhoging of verlaging van ‘de belastingen’ zijn ook vaag, complex, weinig precies onderbouwd, opportunistisch, vaak gefocust op deelbelangen en/of korte baanwerk voor de eigen achterban.

Andere taal verandert de werkelijkheid nog niet, discussies over wát nu eigenlijk algemeen belang is blijven, maar de termen maken wel hoe we er naar kijken. Zaken worden een stuk duidelijker en de toon verandert.
‘Belastingen’
klinkt negatief, drukt niets anders uit dan ‘last’ en wordt soms opgevat als het afpakken van de opbrengst van je inspanningen. Nu wil je iets dat jou belast natuurlijk graag kwijt. Wie niet? Natuurlijk wil je daar onderuit. Bovendien: wie mag wie een last opleggen? Waarom? Wat is de legitimiteit van die lastoplegging? En: welke belangen hebben wij allen bij belastingverlichting of subsidie voor fossiele brandstoffen? Wat is het draagvlak?
‘Bijdragen Gedeelde Belangen’ verwijst daarentegen naar een belang, doel en betekenis. Denk aan infrastructuur (van spoorwegen tot bestrating), publieke voorzieningen zoals gezondheidszorg, scholen, defensie, riolering, openbare verlichting, parken, maar ook schone lucht, water, grond, natuuronderhoud, ondersteuning van fysiek of sociaal zwakkeren, internationale verbanden, internationale steun etc. Voorzieningen die veel mensen nodig vinden en die we nu vooral betalen via ‘belastinggeld’.
Ik betaal liever mijn bijdrage aan iets waar ook ik belang bij heb of voor een gemeenschappelijk doel waarvan ik het belang inzie. Dat maakt ook gelukkiger dan dat ik wordt belast, dat geeft immers stress. Je onder een gemeenschappelijke bijdrage uitwurmen klinkt ook anders, veel negatiever, dan ‘je slim ontdoen van lasten’. Voor velen geldt nu het adagium ‘Belasting betalen is voor de dommen’.

Nu bieden complexiteit en vaagheid perfecte dekmantels waaronder multinationals, sommige nationale bedrijven en veel vermogenden zich ‘slim’ kunnen onttrekken aan belastingen of heffingen terwijl zij wél van de gemeenschappelijke voorzieningen gebruik maken en gemeenschappelijk gebied, water of lucht vervuilen. Tegelijk zetten zij een voorbeeld neer voor anderen die denken: ‘Waarom hoeven zij niet en moet ik wel betalen?’ Wat is eigenlijk de legitimiteit van gemaakte ‘winst’?

Piketty maakt, m.n. ook in zijn boek Kapitaal en Ideologie, duidelijk dat de financiële ongelijkheid in de wereld met alle spanningen van dien rap toeneemt en dat belastingen en m.n. de onttrekking aan belastingen daar een belangrijke rol in spelen. Het draagvlak voor het gemeenschappelijke wordt steeds verder uitgehold.

Hoe directer het verband is tussen wat wij belangrijk vinden, welke richting we in willen d.m.v. bijdragen en welke zaken we kwijt willen d.m.v. heffingen, hoe beter.
Gebruik van de begrippen ‘Bijdragen Gedeelde belangen’ of ‘Gemeenschappelijke bijdragen’ verwijst dan naar dat wat de bijdrage-plichtigen samen delen en bekostigen. Bijdragen zijn niet vrijblijvend.
Heffingen geldt dan zaken die we liever niet willen: geluidsoverlast, schadelijke en vervuilende praktijken of niet afbreekbare, niet recyclebare of zeldzame materialen. Hoe schadelijker, hoe hoger de heffing: een goede stimulans om ermee te stoppen. Haal daar je winst (stoppen met schadelijke zaken) i.p.v. je te onttrekken aan Bijdragen Gedeelde Belangen. Uit die heffingen kunnen we verduurzaming e.d. betalen.
Gebruik van deze termen leidt tot meer verbinding en bezinning op wat we gemeenschappelijk hebben en waar we last van hebben, dan pogingen om individueel onder de lasten uit te kruipen.

Politieke debatten moeten gaan over wát we wel of niet samen willen en/of nodig hebben en wáárover we extra heffingen betalen (bijv. stikstof, lawaai, giftige stoffen, onnodig ruimtebeslag, etc.) i.p.v. over abstracte begrippen als ‘belastingklimaat’, schimmige fiscale afspraken of ‘regelingen’, compensaties, belastingmaatregelen, e.d.

In mijn visie worden vervolgens die bijdragen aan het maatschappelijke of gemeenschappelijke fonds berekend over kapitaal (vermogen inclusief grond), omzet, winst, toegevoegde waarde en arbeidsinkomen. Hoe die bijdragen onderling te verdelen is onderwerp voor nadere discussie.

En natuurlijk betaalt men bijdragen of heffingen in het land waarin is geproduceerd of gebruik wordt gemaakt van de aanwezige voorzieningen en betaalt men heffingen daar waar men heeft vervuild of schade heeft aangericht.

Het politieke debat zal dan ook eerder verschuiven naar thema’s als ‘Wat hebben we allemaal nodig? Of in meerderheid?’, “Wat hebben we wáárvoor over?’,  ‘Wat heb je door eigen inspanningen verdiend?’ en ‘Wat heb je gewonnen door handig gebruik (of misbruik) te maken van gemeenschappelijke voorzieningen?’ of ‘Waar heb je het gemeenschappelijke aangetast’ (grond, lucht, water, ruimte, klimaat, vul maar in).

Lauk Woltring, politicoloog