n.a.v. November Men’s mental health awareness month (UK) Mijn eerste versie was in december 2020
Leven is uitvinden. Hoe ik leerde uit mijn depressies/bipolaire stoornis te komen
Misschien hebben sommigen iets aan mijn verhaal. Ooit, van + mijn 18e tot mijn 50e, had ik last van angsten en nauw daarmee verbonden depressies, afgewisseld met stabiele maar ook met ‘manische’ periodes. Ik kreeg dan geen wanen, maar was wel wat ‘hyper’: “Ik kan de hele wereld aan”. Op mijn 22e werden met name de depressies vrij ernstig, mogelijk was ik daarvoor vatbaar door enige erfelijke aanleg en een vroeg verbrandingstrauma met vele gevolgen (gevoel van onveiligheid, controlebehoefte, onvoldoende erkenning in mijn omgeving, etc.).
Soms was de aanleiding niet herleidbaar, maar vaak was de trigger een afwijzing, een tegenvaller of ik belastte mij te zwaar. In mijn idealisme nam ik de wereld op mijn nek, maar voelde me ook voor alles verantwoordelijk, was dus eigenlijk eeuwig schuldig, schoot altijd tekort. Omdat ik naar suïcide begon te neigen ben ik op eigen verzoek op mijn 23e een tijdje opgenomen in een psychiatrische kliniek, waar een crisis volgde die (door hulp van een uitstekende verpleegster!) gelukkig niet in suïcide eindigde, al zat ik er dicht tegenaan. Daarna ben ik afgestudeerd en heb ik e.e.a. steeds beter leren hanteren, vanaf mijn 40e met hulp van mijn vrouw maar zonder externe hulp. Om op mijn werk niet in de problemen te komen verborg ik e.e.a. meestal voor mijn omgeving behalve mijn vrouw en dochter en een paar goede vrienden. Ik kon blijven werken al ben ik er een paar keer een half jaar uit geweest.
Iedere depressie is natuurlijk anders, maar misschien hebben sommigen iets aan mijn verhaal, juist ook tijdens de Corona isolatie. Na mijn 40e ging het beter. Ik ben nu 75, steeds meer in balans en op allerlei gebied actief en aardig succesvol. Ik heb nog slechts stemmingswisselingen, maar allengs lichter waardoor ik ook meer zicht krijg op de betekenis van mijn bestaan en de ontwikkeling daarin. Al doende ontwikkelde ik een aantal hulpgrepen.
- Zoek iemand met wie je hierover kunt praten, eventueel online. Isoleer je niet; dit geldt extra voor jongens en mannen die immers vaak blijven zwijgen onder de druk van allerlei beperkende mannelijkheidscodes.
- Zoek je ‘triggers’: wat gaat er bij jou aan een depressie vooraf? Anderen kunnen je hierbij helpen.
- Zoek ook uit wat jou helpt, dat kan per persoon erg verschillen. Het volgende hielp mij:
- ‘Het gaat over’. In mijn ‘up’ was ik hyperactief, soms eufoor, presteerde ik enorm en kon ik ‘de hele wereld aan’. Dan zette ik wel een week lang een plusje in mijn agenda (= waarschuwing: neem geen zware taken op je nek die over die periode heen reiken) en zette ik bij de volgende 3 weken elke dag een minnetje. Als ik dan depri werd, vaak omdat ik mijzelf in die ‘plusperiode’ had overbelast, kon ik a.h.w. zien “Oh dit is misschien wel een ‘min-dag’ ” en kon ik me zo realiseren dat het dus eindig zou zijn. Mijn vrouw hielp mij hier wel aan te herinneren “Pas op, je wordt een beetje hyper” of “Je begint tekenen van een dip te vertonen”. Aanvankelijk ontkende ik dat natuurlijk en ging ik nog harder werken waarna de dip dus nog dieper werd. Ik moest leren naar mijn eigen energie te kijken (wie niet…).
- Ik hul mij in denkbeeldig ‘licht’: dat is een middel om mijzelf te helpen afzonderlijke zaken, proporties en perspectieven in de tijd te onderscheiden. Neem rust om bewust na te denken. Zo wordt e.e.a. transparant en voorkom je dat negatieve gedachten gaan samen klonteren tot een somber en uitzichtloos ‘zwart gat’.
- ‘Ik ben een van de bijna 8 miljard radertjes op deze wereld’. Ik draai mijn rondjes, zo goed mogelijk, en probeer een positieve invloed op mijn omgeving te hebben. Ik leg mijn steentje in de stroom. Ik heb mijn verantwoordelijkheid maar die is overduidelijk begrensd, zoals bij iedereen. Ik kan in principe niet de problemen van anderen oplossen, ik kan soms wel steunen vanuit mijn mogelijkheden.
- Begroet iedere nieuwe dag en vul die met afwisselende bezigheden. Gebruik al je zintuigen: beweeg (niet explosief, maar wandel, fiets, zwem), voel (met je vingers, je huid, de grond, een ander, je poes of hond, etc.), kijk, luister en lees bewust. Let op je ademhaling. Doe iets, maak iets, luister naar muziek, maak iets schoon, proef en ruik (bijv. koken). Er gaat altijd wel iets goed, er is wel iets dat je bevalt, iets waar je – al was het maar een beetje – van kunt genieten.
- En als noodgreep, als het een echt sombere dag is met energieverlies en nergens zin in: doe in ieder geval iets van ochtendgymnastiek; neem rust, zoek wat afleiding, probeer wat te lopen en doe of maak iets, hoe klein ook, waar je tevreden over kunt zijn, al is het maar een knoop aanzetten of een ander klein klusje.
Één dingetje is al goed. Morgen is er een nieuwe dag.
Dit ging natuurlijk niet allemaal in één keer; het was oefenen, met (soms heftig) terugvallen, maar al met al heeft het mij steeds meer geholpen; de klachten blijken bewerkbaar en ik bereikte een steeds betere balans.
Lauk Woltring
#depressie #manischdepressief #bipolair #menshealth